Pompette is gesloten tot 13/08. Bestellingen via de webshop worden na 13/8 verwerkt.
Ga naar verlanglijst Verlanglijst

Winkelwagen

Je winkelwagen is momenteel leeg

Wat is het verschil tussen bio-en natuurwijn?

Wat is het verschil tussen bio-en natuurwijn?

Je ziet steeds meer bio-en natuurwijn verschijnen. Of het nu op restaurant of in de winkel is. Maar wat is nu precies het verschil? En hoe weet je of je bio-of natuurwijn wel lekker vindt? We leggen het graag voor jou uit. Zo wordt het nog makkelijker om de juiste wijn te kiezen!

Biologische wijn en natuurwijn is geen nieuw gegeven, al sinds de jaren 1970 zijn wijnboeren op zoek naar manieren om ecologisch verantwoord wijn te maken. Bio-en natuurwijnen bleven echter lang onder de radar. Het werd gezien als iets obscuur met een vreemd geurtje. Daar is de laatste jaren veel verandering in gekomen en gelukkig maar, want wij zien het als de toekomst van wijn. Niet elke wijn hoeft natuurlijk of ongefilterd te zijn, maar op een verantwoorde en duurzame manier omgaan met de ondergrond en de wijnstokken, wordt de norm in plaats van de uitzondering.

Bio in de wijngaard én in de kelder

We starten met biologische wijn, de ‘laagste’ trap op de trede want dat is voor ons de basis. Maar wat betekent dat nu concreet? Een wijnboer die biologisch werkt, behandelt zijn wijngaard, druivenstokken, druiven én de wijn zelf zo natuurlijk mogelijk. Dat uit zich op verschillende vlakken: geen genetisch gemodificeerde organismen, geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen, zoals pesticiden, herbiciden of insecticiden, om ziekten of insecten in de wijngaard te bestrijden. Er wordt dus vooral gekozen voor natuurlijke oplossingen, zoals plantaardige bestrijdingsmiddelen en ziekteresistente druivenrassen.

Een ander belangrijk element is biodiversiteit. Daar ging het vroeger vaak mis. Wijnboeren kozen voor een monocultuur waardoor alle natuurlijke vijanden van de insecten ook verdwenen zoals bijvoorbeeld lieveheersbeestjes die bladluizen eten. Ten slotte is het harde werk van de wijnboer ook een beslissende factor; biologisch werken vergt vaak meer manueel werk zoals het plukken van de druiven. Al deze elementen gecombineerd zorgen voor een betere bodemkwaliteit, kwalitatieve druiven en een mooier eindresultaat.

De wijngaarden van het Portugees wijndomein Julia Kemper zijn omringd door bossen. Dit bevordert de biodiversiteit.

Maar daar stopt het niet. Biologische wijnen moeten zich aan strikte regels houden wat betreft toevoegingen van chemische stoffen zoals sulfiet. Met sulfiet is op zich niks mis mee, in beperkte mate. Het werkt als bewaarmiddel, anti-oxidant en heeft ook een antiseptische werking in heel veel producten. Echter, in de jaren ‘70 en ‘80 steeg het gebruik ervan drastisch in de wijnbouw wat een tegenreactie veroorzaakte. Bij biologische wijnen wordt er dus een pak minder sulfiet toegevoegd, vaak tot 50 milligram minder dan een conventionele wijn.

Rudolph Steiner (ja, die van de scholen) en funky wijn

De biodynamische wijnbouw hanteert dezelfde uitgangspunten als de biologische wijnbouw, maar gaat nog een paar stappen verder. De manier van werken is gebaseerd op de theorie van Rudolph Steiner, die de natuur opdeelt in de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Hij gelooft dat al deze elementen in verbinding staan met elkaar. Het resultaat is ‘een spiritueel-ethisch-ecologische benadering van landbouw, tuinen, voedselproductie en voeding’. Biodynamische wijn wordt gemaakt op basis van een reeks landbouwpraktijken die de wijngaard als één ecosysteem beschouwt dat zichzelf in stand houdt.

Natuurlijke materialen, bodems en compost worden gebruikt om de wijngaard te onderhouden. Verschillende dieren, van eenden tot paarden en schapen, leven op de grond en bemesten die, waardoor een rijke, vruchtbare omgeving ontstaat waarin de wijnstokken kunnen groeien.

Of je nu gelooft in het spirituele aspect of niet, het levert vaak prachtige wijnen op. Wijndomeinen die biodynamisch werken besteden enorm veel aandacht aan hun druiven en de grond, wat de kwaliteit van de wijn alleen maar ten goede komt.

Troebele wijn met een geurtje

Dat is hoe veel mensen denken over natuurwijn, de meest ‘radicale’ van de drie. Natuurwijn bestaat in theorie al 8000 jaar, maar is in de jaren ‘70 en ‘80 beginnen groeien dankzij een handvol boeren in Frankrijk die genoeg hadden van de klassieke manier van wijn maken. Sinds 2010 werd het alsmaar populairder. Natuurwijn is in principe wijn waar niet wordt in tussengekomen. Er zijn dezelfde principes als de biologische wijnbouw, maar er wordt nog minder (vaak absoluut geen) sulfiet toegevoegd en de wijn wordt ook niet gefilterd wat zorgt voor die typische troebelheid.

Wijndomein Eno Trio maakt op de flanken van de Etna natuurlijke en ongefilterde wijnen.

Slechte reputatie

Waar biologische wijn intussen al redelijk evident is, is er nog veel controverse rond natuurwijn. Dat heeft verschillende oorzaken: er is geen officiële erkenning van natuurwijn en dus is er ook geen officieel controlemechanisme. Dat zorgt ervoor dat er ook heel wat slechte natuurwijn op de markt komt onder het mom van ‘de wijn hoort zo te zijn’. Dat is vooral jammer voor de wijnboeren die wel kwalitatieve natuurwijn maken.

Ten tweede is er de misconceptie dat natuurwijn niet kan bewaren. In principe zal een wijn zonder toegevoegde sulfieten sneller evolueren (oxideren) gezien de wijn niet beschermd wordt met het bewaarmiddel. Maar dat wil niet zeggen dat alle natuurlijke wijnen niet kunnen verouderen. Sommige vinificatietechnieken zoals rijping op de droesem (sur lie) bieden een natuurlijke bescherming tegen oxidatie. Ook kan het verwerken van de druiven in een 100% zuurstofvrije omgeving een oplossing zijn. En een onberispelijke hygiëne in de kelders is ook een bepalende factor voor het maken van kwalitatieve natuurwijn.

Het algemeen principe is heel eenvoudig: de wijn wordt gemaakt in de wijngaard en wordt vervolgens geoptimaliseerd in de kelder. Als er zodanig veel toevoegingen moeten gedaan worden om de wijn drinkbaar te maken, wat ben je dan eigenlijk nog aan het maken? Kortom: hoe gezonder de druif, hoe minder er gecorrigeerd moet worden tijdens het vinificatieproces.

Drie tips om natuurwijn te leren drinken

  • Focus niet teveel op de geur meteen na het uitgieten. Als er bepaalde aroma’s zijn die je te sterk vindt (zoals zwavel of stalgeur), dan moeten die bij een goed gemaakte wijn verdwijnen na een paar keer walsen met het glas.
  • Probeer eens een wijn van je favoriete druif in natuurversie. Drink je graag merlot? Dan zal een natuurwijn van merlot een minder grote stap dan een obscure druivensoort waar je nog nooit van hebt gehoord. 
  • Probeer ook zeker eens een oranje wijn, gemaakt op amforen. Dat is een oude manier van natuurwijn maken, afkomstig uit Georgië, die toch ook heel toegankelijk is.
Ontdek al onze bio-en natuurwijnen op de webshop. Je vindt er duidelijke info over de wijn en een omschrijving van de smaak!

Ben je ouder dan 18?
Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Ga je hiermee akkoord? Ja Nee Meer over cookies »